NVM-mondhygiënisten aanwezig in Den Haag bij het commissiedebat Publieke Gezondheid en het Politiek Café over vrouwengezondheid

Namens NVM-mondhygiënisten waren Loes Velthoven-Verlinden, Hennie Zoontjes en Daphne Immerzeel op 10 september jl. aanwezig bij het commissiedebat Publieke Gezondheid. Ter plaatse en via een ingezonden brief vroegen wij de aandacht voor de inzet van mondhygiënisten op consultatiebureaus.

Onderzoek toont aan dat hun aanwezigheid op deze centra aanzienlijke voordelen biedt. Het is een waardevolle stap om vanaf de geboorte te investeren in een mondgezonde generatie. Het is cruciaal om mondhygiënisten zo snel mogelijk op de consultatiebureaus te plaatsen, zodat ouders en verzorgers vanaf het doorkomen van het eerste tandje geïnformeerd worden over het belang van een gezonde mond. Dit helpt hen het gebit goed te verzorgen en voorkomt op latere leeftijd grotere fysieke en sociale problemen.

Daarom doen wij de volgende oproep naar de Tweede Kamer:
– Plaats mondhygiënisten zo snel mogelijk op consultatiebureaus om ouders en verzorgers te begeleiden naar gezonde kindermonden.
– Zorg ervoor dat er nu een goed organisatorisch en financieel kader komt voor mondhygiënisten op de consultatiebureaus.

NVM-mondhygiënisten zoekt momenteel (aspirant) Kamerleden om de boodschap van #preventieve mondzorg te verspreiden.

Tijdens een politiek café over vrouwengezondheid, georganiseerd door BPRA, hadden Loes Velthoven-Verlinden en haar collega ontmoetingen met Staatssecretaris van VWS Judith Tielen (VVD), Tweede Kamerlid Wieke Paulusma (D66), Kandidaat-Kamerlid Lisa Vliegenthart (PvdA/GroenLinks) en Kandidaat-Kamerlid Chantal van den Berg (CDA). Tijdens onze pitch benadrukten wij de rol van mondhygiënisten in verschillende levensfasen van de vrouw, zoals zwangerschap en de overgang, en het belang van het herkennen van vrouwspecifieke klachten in de mondgezondheid.

In gesprekken met politici, beroepsorganisaties en studenten kwamen bredere thema’s aan bod, zoals de ongelijkheid in erkenning van klachten tussen mannen en vrouwen en het gebrek aan onderzoek naar vrouwspecifieke symptomen in ziekten. De conclusie was duidelijk: er is nog veel werk te doen om tot gelijkwaardige zorg te komen, maar dit was een prachtige start.